SEH Adviespocket

Re l e v a n t e r i s i c o ’s b i j h y p o t h e k e n H o o f d s t u k 4 S E H A d v i e s p o c k e t 2 0 19 A c t u a l i t e i t e n | 47 Aflossingsvrije hypotheken Eigenwoningbezit en hypotheekschuld Nederland Europa Eigenwoningbezit 69,4% 70% waarvan met hypotheek 91% 35,3% Hoogte hypotheekschuld € 702 miljard - Aflossingsvrij (% van totaal) € 365 miljard (52%) - Percentage hypotheekschuld van BBP 92% 48% De overheid en toezichthouders maken zich zorgen over deze cijfers, vooral vanwege de mogelijke instabiliteit van het Nederlandse financiële stelsel. Toch kan op basis hiervan niet worden gesteld dat een aflossingsvrije hypotheek ‘slecht’ is voor de individuele huizenbezitter. Risico’s aflossingsvrij Om vast te stellen of in een individueel geval een aflossingsvrije hypotheek een risico is, kan gekeken worden naar de volgende aspecten. Risico-aspect Hoezo? Einde economische looptijd Bij de meeste geldgevers moet na 30 jaar de hypotheek worden afgelost. Als LTI en LTV niet hoog genoeg zijn, kan de eigenaar gedwongen worden de woning te verkopen, omdat de lening niet kan worden ‘doorgerold’. Einde renteaftrek Na 30 jaar (maar niet eerder dan 2031), is de hypotheekrente niet meer aftrekbaar. De brutolast wordt een nettolast. Afbouw Wet Hillen Wanneer de eigenwoningschuld verhuist naar box 3, wordt een stijgend deel van de waarde van de woning een fiscale bijtelling in box 1 (zie Fiscale Actualiteiten, pag. 20) . Pensionering Het inkomen daalt bij pensionering vrijwel altijd. Door lagere IB-tarieven is er bovendien vaak minder hypotheekrenteaftrek. Rente Een rentestijging bij een aflossingsvrije hypotheek werkt één-op-één door in de maandlast. Restschuld Omdat een aflossingsvrije hypotheek niet (vanzelf) afneemt, is er een relatief groot risico op een restschuld bij dalende huizenprijzen. Overlijden (in combinatie met Bij overlijden van de partner kan de langstlevende de maandlast mogelijk hogere leeftijd) niet meer betalen. Een ORV afsluiten is vaak niet meer mogelijk of te duur. In veel gevallen is er geen sprake van één risico-aspect, maar een stapeling daarvan. Zo heeft een stel dat in de jaren ’90 op 35-jarige leeftijd een woning heeft gekocht en deze aflossingsvrij heeft gefinancierd, mogelijk last van de combinatie van: bijna het einde van de economische looptijd, einde hypotheekrenteaftrek (2031) en bijkomend effect afbouw Wet Hillen, (bijna) pensionering, renterisico, overlijdensrisico.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=