SEH Adviespocket
H o o f d s t u k 4 Re l e v a n t e r i s i c o ’s b i j h y p o t h e k e n | S E H A d v i e s p o c k e t 2 0 19 A c t u a l i t e i t e n 48 Nadelen aflossen Op grond van de risico’s, kan het verstandig zijn vrijwillig af te lossen. Toch zijn er ook aspecten, die in de afweging moeten worden meegenomen, die tegen extra aflossen pleiten. Tegenargument aflossen Hoezo? Bufferkapitaal Het is onverstandig om (bijna) al het spaargeld/vermogen te gebruiken ter verlaging van de hypotheekschuld. Vooral op latere leeftijd is het aanhouden van een gezonde buffer belangrijk. Vast in steen Op de hypotheek afgelost vermogen is niet of moeilijk te verzilveren (zie Verzilveren overwaarde, pag. 35) . Mogelijk is later vermogen nodig voor andere gewenste of noodzakelijke uitgaven. Terugverdientijd De hypotheekrente is laag. Wanneer iemand op leeftijd is, moet worden bekeken wat er wordt bereikt met de extra aflossing. Bij een rente van bijvoorbeeld 1,4% (netto) is de terugverdientijd 71 jaar en 5 maanden. D.w.z.: pas na 71,5 jaar overtreft de som van alle lagere maandlasten samen de extra aflossing. Als het vermogen uitkomt boven de vrijstelling in box 3 ( € 30.360 per persoon), is minimaal 0,58% vermogensrendementsheffing verschuldigd over het meerdere. Dit kan een extra afweging zijn om toch vrijwillig af te lossen. Laag rendement Bij een lage rente en de aanwezigheid van vermogen, kan met een relatief laag risico ook worden geïnvesteerd in financiële instrumenten die meer opleveren dan de (netto) hypotheekrente, rekening houdend met eventuele vermogensrendementsheffing. Geen noodzaak Er is vaak gewoon helemaal geen noodzaak tot extra aflossen, als de LTI en LTV voldoende zijn. In dat geval geldt een stapeling van deze tegenargumenten.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=